Elke brug is anders
Ik vind mijn werk uitdagend, want elk project en elke brug is weer anders. Het bouwjaar, de staat en het ontwerp van de brug zijn altijd verschillend. Dat geldt ook voor de besturingsinstallatie; bestaande uit hardware en software die het beweegbare deel van de brug aansturen. Soms bevindt deze installatie zich in een gebouw naast de brug, maar soms ook in de brugkelder. Omdat elke brug anders is en er onderzocht moet worden welk onderhoud er precies plaats moet vinden, begint een project altijd met een trajectstudie. Als elektrotechnisch adviseur geef ik dan input vanuit mijn vakgebied. Alleen op deze manier kan een ingenieursbureau het juiste bestek opstellen, waarna de aannemer zijn werk kan uitvoeren. Je ziet dus hoeveel verschillende soorten partijen er bij zo’n project zijn betrokken.
Een essentiële schakel bij brugonderhoud
Naast de externe partijen, werk je ook veel samen met collega’s binnen de provincie. Van civieltechnisch adviseurs tot werktuigbouwkundigen en assetmanagers. Stel dat er een nieuwe besturingsinstallatie moet komen bij een brug en dat deze niet past binnen de huidige ruimte, dan moeten er muren worden doorgebroken. Daarvoor wordt dan weer contact gelegd met een civieltechnisch adviseur om te kijken of het hele bouwwerk, inclusief de fundering, de nieuwe besturingsinstallatie wel kan dragen. Je bent als elektrotechnisch adviseur dus een belangrijke schakel bij het brugonderhoud en je moet goed samen kunnen werken met andere disciplines.
Naast het technisch inhoudelijke gedeelte van de bruggen en bediencentrales is ook juist de samenwerking tussen alle afdelingen een belangrijk onderdeel van het werk. Techniek is een succes als het op de juiste wijze wordt toegepast. Daar ligt de kracht! En daar is samenwerking en afstemming tussen alle partijen voor nodig!