Verkeersmanagement bij de provincie Zuid-Holland

Vlot en veilig over water en weg

Economische groei, een toenemende bevolking en trek naar de stad zorgen voor drukte op onze (vaar)wegen. Het is onze ambitie om van Zuid-Holland de best bereikbare provincie van Nederland te maken. Daarvoor beschikken we over ongeveer 550 kilometer aan provinciale wegen en 130 kilometer aan provinciale vaarwegen. Dat vereist een goede en veilige doorstroming van de (vaar)wegen, oftewel verkeersmanagement.

In dit artikel vertellen collega’s Rick van der Velden en Berend van Turennout over hun werk als verkeersmanagers bij de provincie Zuid-Holland.

Onderhoud aan de provinciale (vaar)wegen

Om onze infrastructuur in goede staat te houden, voert de afdeling Dienst Beheer Infrastructuur (DBI) onderhoud uit. Daarmee zorgen we voor de bereikbaarheid van Zuid-Holland en de veiligheid van al onze (vaar)weggebruikers. We willen de weggebruiker zo min mogelijk overlast bezorgen, maar onderhoud vraagt om tijdelijke verkeersmaatregelen. Daar komen onze verkeersmanagers in beeld. Zij zijn verantwoordelijk voor een veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer en een betrouwbare doorstroming. De provinciale (vaar)wegen optimaal benutten, dat is het doel. Zij plannen het onderhoud en noemen dit ook wel geplande onbereikbaarheid.

 

Dat kan slimmer

De verkeersmanagers gebruiken voor het inplannen van onderhoud een werkbare urentabel. Rick: “Voorheen mocht er vaak alleen na de ochtend- en avondspits aan de weg gewerkt worden. De werkbare urentabel hield gek genoeg geen rekening met actuele verkeersdata. Een gevolg hiervan is dat er in sommige gevallen onnodig streng werd gestuurd, terwijl er echt wel langer aan de weg gewerkt kon worden. Dat is dus geen optimale verkeersafwikkeling.” In samenwerking met collega’s van de afdeling Informatisering & Automatisering (I&A) is een applicatie ontwikkeld waarmee de werkbare uren op basis van actuele verkeersdata worden vastgesteld.

Werkbare uren voor onderhoud

Rick: “Het idee liep al langer om de werkbare urentabel onder de loep te nemen. Dat doen we om de twee jaar, want verkeerssituaties veranderen. Bijvoorbeeld tijdens corona, toen er veelal vanuit huis werd gewerkt was het natuurlijk rustiger op de weg.” In de ontwikkelde applicatie kunnen de verkeersmanagers een stuk weg aanklikken en daar een tijdelijke verkeersmaatregel op toepassen, zoals een omleiding of het afsluiten van een rijbaan. Dan krijgen zij direct te zien op welk moment er het beste aan de weg gewerkt kan worden.” Inmiddels is een succesvolle pilot afgerond en wordt de tool verder met de verkeersmanagers afgestemd.

 

Ook op de vaarwegen

Net als op de wegen vindt er op de vaarwegen veel beheer en onderhoud plaats. Berend: “Als we kijken naar het verkeer op de weg, dan hebben we daar richtlijnen en kwaliteitseisen voor.” De weggebruiker wordt middels (informatie)borden en dynamisch route-informatiepanelen (DRIP’s) op de hoogte gesteld van tijdelijke verkeersmaatregelen. “Het voelde gek dat dit niet voor het vaarwegverkeer is geregeld.” Elke vaarwegbeheerder beslist zelf welke (informatie)borden langs het water komen te staan. Berend nam het initiatief in eigen hand en samen met andere collega’s ontstond een richtlijn, die vorig jaar provinciebreed is overgenomen. “De richtlijn bestond nog niet, maar de behoefte was er wel. In de richtlijn staat bijvoorbeeld welke figuren gebruikt mogen worden, waar het bord moet staan en op welke afstand het bord van een eerder bord geplaatst moet worden. Schippers die in Zuid-Holland varen, zien nu in onze provincie overal dezelfde borden en dat geeft veel duidelijkheid.”

Landelijk overgenomen

Tijdens overleggen met andere vaarwegbeheerders bleek er veel interesse te zijn voor de richtlijn. Berend benaderde het CROW – kennisinstituut voor infrastructuur en verkeer – met de vraag of zij als landelijk kennisplatform de richtlijn van Zuid-Holland konden overnemen deze geschikt konden maken voor landelijk gebruik. Inmiddels is er een projectteam opgericht dat bestaat uit de provincies Zuid-Holland, Overijssel, Noord-Holland, Zeeland en Rijkswaterstaat. Het team zorgt er in opdracht van en in samenwerking met het CROW voor dat dit een landelijke richtlijn wordt. Het projectteam streeft ernaar om in mei 2022 tot een landelijke richtlijn te komen, die daarna door alle vaarwegbeheerders in Nederland gevolgd en gebruikt wordt. In september 2022 zal het eerste exemplaar overhandigt worden aan gedeputeerde Baljeu van de provincie Zuid-Holland en aan gedeputeerde Olthof van de provincie Noord-Holland. Berend: “Het zorgt voor herkenbaarheid, uniformiteit en een betere flow in de scheepvaartbewegingen. Schippers weten welke borden elkaar opvolgen en kunnen daarop anticiperen. Zo verbeteren we samen de verkeersveiligheid en doorstroming tijdens werkzaamheden en stremmingen op en rond de vaarwegen.”