Deze website gebruikt cookies die nodig zijn om de website te laten functioneren. Daarnaast gebruiken we cookies die op anonieme wijze het gebruik van de website bijhouden. Onze cookies dienen nadrukkelijk niet om je te volgen of om je iets te verkopen.
Heel Zuid-Holland is een testgebied voor innovatie
Samenwerken in een ‘triple helix’-netwerk
Digitalisering is een belangrijk thema voor de economie in Zuid-Holland. Het verandert de huidige productieprocessen, verdienmodellen én het werk zoals we dit nu kennen. Dit biedt ons kansen. Als provincie willen de meest innovatieve regio van Nederland zijn, waarbij we inzetten op de kruisbestuiving tussen verschillende sectoren, zoals de Greenports in het West- en Oostland, de Haven in Rotterdam, de Maakindustrie en de Life Science and Health sector. We zetten in op diensten en producten die veel waarde toevoegen. Heel provincie Zuid-Holland is een testgebied voor innovatie. Zo werken we samen met externe partijen als overheden, kennisinstellingen, bedrijven en startups. De samenwerkingen lopen dwars door alle ambities van de provincie Zuid-Holland heen.
Onze collega’s Christine Foekens (programmamanager opgave Digitale Economie) en Grisjo Koers (adviseur Smart & Digital Society) vertellen over digitalisering. Ook komen Redouan Bokhezzou en Alwin Bakker van The Future Mobility Network aan het woord, ze vertellen over afvalrobots die bij de Scheveningse boulevard worden uitgetest én toegepast.
Ommekeer in digitale transitie
Grisjo: “We zitten middenin de digitale transitie. En net als de Industriële Revolutie betekent dit een ommekeer in economie en samenleving. Zo zien we dat bedrijven die 20 jaar geleden nog niet bestonden nu marktleiders zijn, zoals Google en Facebook. Ook in agrarische en industriële productie kun je niet meer om digitaal werken heen als je concurrerend wilt blijven. In de glastuinbouw bijvoorbeeld zorgt slimme software voor optimale bemesting en beregening, of herkenning en bestrijding van ziektes. Je kas kan dus in plaats van naast je huis in een ander werelddeel staan, als de digitale randvoorwaarden goed zijn ingevuld.”
Digitale Economie
Goed digitaal kunnen werken
Christine: “Twee jaar geleden hebben we onderzocht welke randvoorwaarden er eigenlijk zijn om goed digitaal te kunnen werken. We vonden er vier. Als eerste een goede infrastructuur, zoals glasvezelkabels, 5G- netwerken (innmiddels is dit er al) en datacenters. Dan: innovaties, bijvoorbeeld een nieuwe technologie als Artificial Intelligence, die kunnen leiden tot nieuwe verdienmodellen of nieuwe klantengroepen. Verder zijn kennis en vaardigheden van medewerkers heel belangrijk: heb je als organisatie voldoende datascientists en programmeurs bijvoorbeeld. Vooral in het midden- en kleinbedrijf is nog een verbeterslag daarin nodig. En tot slot is het ook belangrijk dat bedrijven veilig digitaal ondernemen en dus ‘cyberweerbaar’ zijn.”
Ruimte en energie
Sommige randvoorwaarden roepen hun eigen spanning op. Willen we bijvoorbeeld datacenters in Zuid-Holland en wat betekent dat voor het beslag op ruimte en energie? Grisjo: “Deze vraag zorgt voor een spagaat met belangen van woningbouw, natuur, ruimte voor bedrijventerreinen en logistieke centra. Daarbij willen we zuinig zijn met energie en de grotere datacenters slurpen de energie van een hele stad. We moeten dus een integrale afweging maken en we zitten als provincie Zuid-Holland nu middenin dat proces.”
Regionaal samenwerken
Christine: “We werken samen met externe partijen. Zo helpen we om partijen in het digitale landschap met elkaar te verbinden. Door bijvoorbeeld kennis te delen met gemeenten, maar we jagen ook initiatieven aan en dagen start-ups uit slimme oplossingen te verzinnen.” Grisjo: “De provincie Zuid-Holland zorgt als regisseur en verbinder voor goede randvoorwaarden. We verbinden de losse initiatieven in de regio en zorgen dat lokale overheden, kennisinstellingen en bedrijven samen met elkaar optrekken. We helpen deze partijen om landelijk beleid te vertalen naar praktische toepassingen. We werken samen in de metropool regio, maar we richten ons juist ook op de kleinere steden en dorpen en de connectiviteit in het buitengebied. Als je met elkaar optrekt, ben je wereldwijd een van de leidende gebieden op dit onderwerp. Als je alle projecten apart laat communiceren, dan blijft het telkens maar één project. Terwijl we als regio zo veel te bieden hebben als we samenwerken.’’
Triple helix-netwerk
De provincie werkt met andere partijen samen in een ‘triple helix’-netwerk, waarin overheden, kennisinstellingen, bedrijven en start-ups zitten. Grisjo: ‘’De provincie heeft vooral een rol naar de kleinere gemeenten, waar de kennis beperkt aanwezig is. We proberen de kennis van de grote steden ook naar de kleinere gemeenten te verspreiden. Rotterdam is bijvoorbeeld al heel ver met het antennebeleid en wil dit best met andere gemeenten delen. Op die manier bestaat er een actieve community. We kijken ook naar mogelijkheden van specialisatie per fieldlab, zodat ze elkaar aanvullen in plaats van beconcurreren.”
Eén ‘field lab’ als regio
We willen digitale innovatie in de economische sectoren stimuleren. Dit doen we onder andere door het opzetten van goede experimenteer-omgevingen, zoals field labs en living labs, en het verbeteren van de samenwerking. Ook zorgen we voor regionale opschaling, zodat innovaties in de praktijk kunnen worden toegepast.
Samenwerken is soms nog zoeken. Christine: “Iedereen heeft een andere rol en het is wel belangrijk dat wij dat verbinden en dat we één ‘field lab’ zijn als regio. We zijn ook in Europees verband veel te klein om Rotterdam-Zuid als iets heel anders te zien dan Scheveningen. We merken dat Rotterdam en Den Haag steeds meer kijken waar ze elkaar kunnen aanvullen, ook samen met TU Delft. Het is wel stap-voor-stap, al is er de laatste tijd ook echt vooruitgang geboekt. Wat drie jaar geleden nog ondenkbaar was, gebeurt nu wel. En we blijven meer willen, want we zijn ambitieus.”
Samenwerking met Living Lab Scheveningen
Grisjo: “Een interessante ontwikkeling is de samenwerking binnen Living Lab Scheveningen. Een mooi project waarin de openbare ruimte gebruik wordt als testgebied voor digitale uitvindingen. Mensen wonen, werken en recreëren er. Bij de boulevard zijn daarom allerlei sensoren geplaatst om met data en technologie problemen in de buitenruimte op te lossen. Denk aan bereikbaarheid, parkeren, zwerfafval, geluidsoverlast of zoekgeraakte kinderen op drukke stranddagen. We doen daar als provincie aan mee omdat het ook voor ons als organisatie belangrijk is om te leren wat dit voor ons betekent. Een van onze punten betreft de ethische kant. Vragen als: beseffen bewoners dat ze in een ‘living lab’ wonen? Weten ze wat er over hen wordt vastgelegd, met welk doel, wie het mag zien, hoe lang het wordt bewaard? We kijken samen met de gemeente hoe we dat voor burgers begrijpelijk kunnen maken.”
Luister hier een aantal podcasts over de innovaties op Scheveningen.
Vertaalslag maken en goede communicatie
“Als we het ethisch kader goed scherp hebben, is het mooi om die op de hele regio toe te passen, zodat er niet per gemeente andere voorwaarden gelden. Uitgangspunt is de geldende wet- en regelgeving zoals bijvoorbeeld de AVG. Wij maken een vertaalslag naar wat dit betekent voor een proefomgeving als Scheveningen. Daarvoor overleggen we met bewonersverenigingen, VVE’s, horeca, strandtenthouders. We gaan echt naar hen toe, dat werkt het beste. En dan zijn er nog bewoners die minder taalvaardig of digitaal vaardig zijn of hangjongeren waarvan overlast wordt ervaren. Daar willen we ook mee in gesprek komen. Dit deden we door met bewoners en bezoekers in gesprek te gaan. Er zijn veel rondleidingen gegeven en sessies georganiseerd. Via de lokale krant en social media proberen we ook deze groepen te bereiken. Maar het beste werkt vooral om in het gebied aanwezig te zijn en mensen aan te spreken. Door corona is het alleen lastig om dingen te organiseren nu.”
Slimme digitale delta
Christine: “We werken met een team van acht collega’s aan digitale economie, met medewerkers van de afdelingen Informatisering & Automatisering, Bestuur en Samenleving & Economie. Dat doen we echt interdisciplinair en dat geldt ook voor onze samenwerking met de regio. Daar zitten partners bij als het InnovationQuarter, de MRDH, Rotterdam en Den Haag. We komen elke week bij elkaar, vanaf september al vaak via Teams, waarin we ook een samenwerkingsomgeving hebben. Toen in maart iedereen plots ging thuiswerken, hebben we met onze ervaring anderen daardoor kunnen helpen. En zo moet het ook. Want uiteindelijk is Zuid-Holland als ‘Smart digital Delta’ voor ons het lonkend perspectief!”
Zelfrijdende prullenbak op Scheveningse boulevard
Met Startup in Residence schreven de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland een prijsvraag uit om op een innovatieve manier een probleem in de provincie Zuid-Holland te tackelen. De startup The Future Mobility Network kwam met een oplossing waarbij een prullenbak dynamisch ingezet kan worden: de robotprullenbak beweegt zich tussen het publiek door en biedt zich aan als iemand iets wil weggooien. Het idee komt voort uit het probleem van zwerfaval op en om de Scheveningse boulevard; het zorgt al jaren voor veel overlast en vervuiling. Op die plekken waar de reguliere prullenbakken vol zitten, rijdt de zelfrijdende prullenbak naar mensen toe, door simpelweg “even te zwaaien’’. Zo’n vuilnisrobot is uitgerust met een softwarepakket met anti-collision sensoren; hierdoor heeft de robot een maximale snelheid van 5 km/uur. Het leuke aan dit idee is, is dat bezoekers van de boulevard op een ludieke manier geïnformeerd worden over het zwerfavalprobleem. Zelfs de deksel hoeft niet te worden aangeraakt, helemaal coronaproof!
Grisjo:’’Voor de provincie en gemeente is het vooral een interessante casus, omdat robots in de buitenruimte nog geen gemeengoed zijn. Is het een voertuig? Dan moet er een kenteken worden aangevraagd en moet deze aan allemaal eisen van de RDW voldoen. Hoe zit het met veiligheid en verzekering? Wie is vanuit de gemeente verantwoordelijk? Welke vergunningen zijn verreist? Nog veel meer dan de praktische oplossing zit hem hier in de meerwaarde van deze casus. De verwachting is dat er de komende 10 jaar steeds meer autonome voertuigen in de buitenruimte zullen gaan bewegen. Gemeenten zijn hier niet op voorbereid.’’
Redouan en Alwin van The Future Mobility Network kijken positief terug op de samenwerking met de provincie. Redouan:’’ We hebben aan een prachtige showcase gewerkt samen met de gemeente en provincie.’’ Alwin kan dat beamen: ‘’De samenwerking was voor beide kanten waardevol en leerzaam. Wij zoeken in onze projecten altijd naar ambtenaren zonder “ja maar” schotjes in hun hoofd. We kunnen echt stellen dat we die gevonden hebben.’’
De samenwerking bestond uit update-sessies van het project. Op het moment dat er een barrière op de weg naar de showcase van The Future Mobility Network zat, probeerde de provincie deze voor hen te verhelpen. Een voorbeeld hiervan is verkrijgen van een vergunning voor het testen in de openbare omgeving. Hierin hebben beide partijen met elkaar bekeken wat veilig en verantwoord is. Het technisch inregelen is daarnaast weer een vak apart en daar lag voor het technische team van The Future Mobility Network de grootste uitdaging.
Alwin: ‘’We zien ook al de eerste zichtbare resultaten. Zo is er echt een doorbraak gekomendoor het living lab in het denken over robotisering en het oplossen van maatschappelijke problemen zoals zwerfvuil. De discussie bleef tot voor kort steeds hangen op mag het wel of mag het niet. Redouan vult aan: ‘’Een ander resultaat is dat mensen vooral zelf een stuk meer verantwoordelijk nemen voor het schoonhouden van onze omgeving. Dit was mooi terug te zien in de reacties van omstanders en heeft een bijdrage geleverd het stukje bewustwording van de mensen. Mooi om te zien dat technologie daar een bijdrage aan kan leveren.’’