Deze website gebruikt cookies die nodig zijn om de website te laten functioneren. Daarnaast gebruiken we cookies die op anonieme wijze het gebruik van de website bijhouden. Onze cookies dienen nadrukkelijk niet om je te volgen of om je iets te verkopen.
Het technisch onderhoud van beweegbare kunstwerken
Een knap staaltje techniek
Een bereikbare provincie Zuid-Holland
In onze drukbevolkte provincie wonen bijna 4 miljoen mensen. Daarvoor is goede infrastructuur nodig. De provincie Zuid-Holland beschikt over ongeveer 550 kilometer aan provinciale wegen, 130 kilometer provinciale vaarwegen, 250 kilometer aan oevers en bij elkaar bijna 700 bruggen, sluizen, viaducten, tunnels en duikers. Om deze infrastructuur in goede staat te houden, voeren we onderhoud uit. Daarmee zorgen we voor de bereikbaarheid van Zuid-Holland én de veiligheid van alle gebruikers van de provinciale infrastructuur. De afdeling die zich binnen de provincie daarmee bezighoudt is de Dienst Beheer Infrastructuur. Er wordt niet alleen dagelijks gewerkt aan het onderhoud van (vaar)wegen, maar óók aan het behoud van (beweegbare)bruggen en sluizen. Zo garanderen we de veiligheid van onze infrastructuur.
Met name techniek speelt een belangrijke rol bij het onderhoud van beweegbare bruggen en sluizen: samen ook wel beweegbare kunstwerken genoemd. Deze kunstwerken worden gedurende de levensduur in goede staat van dienst gehouden en meestal alleen om functionele redenen vervangen. Bijvoorbeeld om de doorvaarthoogte te vergroten of het brugdek te verbreden voor het verkeer. Tijdens de levensduur worden bijvoorbeeld onderdelen van de bruggen vervangen, denk hierbij aan elektrotechnische installatie (ook wel besturingsinstallatie genoemd) of (onderdelen van) de aandrijving van de brug, in plaats van volledige vervanging van de beweegbare kunstwerken. In dit artikel vertellen collega’s Peter Schoteldraaijer, Marcel van Leeuwen en Koen Vereijken over hun werk.
Samenwerken aan een knap staaltje techniek
Automobilisten, fietsers, vrachtwagens en bussen: ze rijden allemaal dagelijks in groten getale over 84 beweegbare kunstwerken. Dit is het totaal aantal waarvoor de provincie verantwoordelijk is voor het beheer en het onderhoud, hierin zijn ook bruggen van derden inbegrepen. Zoals die van beheerders als Rijkswaterstaat, ProRail, waterschappen of gemeentes. Naast de bruggen (en 7 sluizen) beheren we ook een aantal bruggen van gemeenten die de capaciteit of kunde niet hebben om bruggen te onderhouden. Denk bijvoorbeeld aan de gemeente Delft of Alphen aan den Rijn. Voor al deze bruggen voert de provincie dagelijks onderhoud en planmatig onderhoud uit, dat eens in de 10 à 12 jaar plaatsvindt. Verder zorgen we als provincie ervoor dat bruggen op afstand worden bediend. Het op afstand bedienen en onderhouden van bruggen en sluizen vraagt om een specifiek soort kennis. Bij provincie Zuid-Holland werken dan ook elektrotechnisch adviseurs, werktuigbouwkundigen, civieltechnisch adviseurs en assetmanagers die bij alle fases van brugonderhoud worden betrokken: van inspecties, het bestek opstellen tot begeleiding van de realisatie en oplevering van een brug.
De helikopterview van een assetmanager
Peter Schoteldraaijer werkt sinds 2014 bij de provincie. Hij zette zich eerst in voor de vaste kunstwerken (bruggen die niet opengaan), maar momenteel werkt hij als assetmanager voor onze beweegbare kunstwerken. Peter: ‘’Als assetmanager zorg ik voor de helikopterview. Je moet je voorstellen dat al die bruggen en sluizen onderhoud nodig hebben. Je kunt niet in één keer alles tegelijk afsluiten. Ik kijk waar en wanneer er onderhoud moet plaatsvinden en welke partijen erbij betrokken moeten worden. De provincie is eigenaar van de bruggen, maar werkt bijvoorbeeld samen met ingenieursbureaus, aannemers, verkeersmanagers van andere beheerders en gemeenten. Deze partijen kunnen bij elk onderhoud wisselen. De provincie zorgt dan als eigenaar van de brug voor continuïteit. Wij weten dus van de hoed en de rand.’’
De provincie is bij brugonderhoud de stabiele factor en zorgt voor continuïteit''
Van besturingsinstallatie tot bewegingselement
Als vast is gesteld aan welke brug er onderhoud moet plaatsvinden, wordt er overlegd met andere adviseurs binnen de provincie die nauw met elkaar samenwerken. Neem bijvoorbeeld onze elektrotechnisch adviseur, die werkt nauw samen met werktuigbouwkundige Marcel van Leeuwen. Niet iedereen staat er dagelijks bij stil, maar een beweegbare brug is een knap staaltje techniek. Onze elektrotechnisch adviseur houdt zich onder andere bezig met de besturingstechniek van zo’n brug. De besturingstechniek bevindt zich soms onder een brug, in een naastgelegen ruimte of in een kelder. De besturing bevat software die de motor van de bewegingselementen van zo’n brug aansturen. En daar komt werktuigbouwkundige Marcel weer in beeld.
De samenwerking tussen een werktuigbouwkundige en elektrotechnisch adviseur
Marcel: ‘’Een werktuigbouwkundige is onder andere verantwoordelijk voor het bewegingswerk van de brug. Denk hierbij aan de mechanische uitrustig die zorgt dat de brug kan bewegen. Daarnaast zorgt een werktuigbouwkundige ervoor dat het bewegingswerk goed aansluit op de besturingsinstallatie. Pas als deze twee zaken goed op elkaar af zijn gestemd, kan een brug open of dichtgaan. Samenwerken is in mijn vakgebied dus heel belangrijk. Daarnaast is het belangrijk dat je daarbij de juiste beslissingen maakt, bijvoorbeeld op het gebied van functionele eisen in relatie tot duurzaamheid en kosten. Niet elke brug is namelijk hetzelfde. We beheren bruggen uit verschillende bouwjaren en dat vraagt dus om maatwerk.’’ Daarnaast is een brug een machine, die conform de machinerichtlijn veilig moet zijn voor alle gebruikers. Hier komt een nauwe samenwerking tussen alle disciplines ten goede aan het eindresultaat.
De draagkracht van een brugconstructie
Naast een assetmanager, elektrotechnisch adviseur en werktuigbouwkundige is er altijd een civieltechnisch adviseur betrokken bij onze werkzaamheden aan de bruggen. Koen Vereijken is begonnen als werkstudent bij de provincie en hij is inmiddels opgeklommen tot civieltechnisch adviseur. Koen: ‘’Als civiel adviseur kijk je naar de hele constructie van een brug: de fundering, landhoofden, pijlers en het brugdek. Allereerst moet de het verkeer de brug veilig kunnen passeren. Daarnaast moet de constructie ook sterk genoeg zijn voor de werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties. Als adviseur bekijk je welke herstelwerkzaamheden uitgevoerd moeten worden aan de civiele delen om veilig gebruik, en de levensduur, van de brug te waarborgen. Daarnaast kijk ik of de brug het gewicht van het bewegingswerk en de besturingsinstallatie wel aankan. Stel je voor dat de huidige elektrotechnische installatie vervangen moet worden door een nieuwe en deze past niet binnen de bestaande ruimte: dan moeten we kijken of we muren door kunnen breken. Dat doorbreken van die muren heeft weer effect op de hele draagkracht van de brugconstructie. Als adviseur kijk je dan of de draagkracht nog groot genoeg is.’’
Van planning tot crisismanagement
Om alle partijen goed met elkaar te laten samenwerken, is het belangrijk om een goede planning te maken voor de werkzaamheden. Helaas kan het door verschillende omstandigheden voorkomen dat plannen lastiger wordt. Dat was bijvoorbeeld het geval bij hefbrug Boskoop. Daar bleek de geconstateerde onderhoudsstaat, er was roestvorming gevonden, in combinatie met niet aangebrachte versterkingen ervoor te zorgen dat het veilig gebruik van deze brug niet kon worden gegarandeerd. Peter: ‘’Op zo’n moment moet er direct worden gehandeld. Er werd een crisisteam opgezet, waar onder andere een werktuigbouwkundige en civiel adviseur deel van uitmaakten. De inwoners werden geïnformeerd en we hebben zo snel mogelijk gehandeld door de brug af te sluiten en de werkzaamheden uit te voeren. Zelf vind ik het belangrijk om te reflecteren. Wat is er gebeurd? Daar kunnen we dan weer van leren voor de toekomst.’’
Groot onderhoud aan de monumentale Spanjaardsbrug in Leiden
Persoonlijke ontwikkeling door middel van cursussen
Inmiddels heeft Peter een aantal jaren ervaring opgedaan bij de provincie en weet hij hoe hij moet handelen in verschillende situaties. Hij leert dus veel in de praktijk, maar krijgt net als alle andere collega’s ook de mogelijkheid om zich door middel van cursussen te ontwikkelen. Bij de provincie krijgt iedere medewerker namelijk een persoonlijk ontwikkelbudget. Zo heeft Marcel een vakinhoudelijke cursus voor machine veiligheid gevolgd. En Koen heeft een vakinhoudelijke cursus voegovergangen en opleggingen gedaan. Naast die vakinhoudelijke cursussen kun je ook interne cursussen bij de provincie volgen. Het doel van die cursussen is zelfontplooiing en ontwikkeling. De regie hiervan ligt bij jezelf en iedereen kan hier zijn eigen voordeel uit behalen door individuele keuzes te maken uit het uitgebreide aanbod van deze trainingen. Dit wordt door de provincie erg goed gefaciliteerd.
Peter voegt daaraan toe: ‘’Die mogelijkheden zijn er ook omdat de provincie een redelijk grote organisatie is en deze cursussen dus ook allemaal kan faciliteren. Dat is één voordeel van werken bij de provincie. Verder vind ik het een voordeel dat de provincie tot het middenbestuur behoort. Het rijk voert op landelijk niveau uit en de gemeente op stedelijk niveau. De provincie verbindt beide partijen met elkaar door op regionaal niveau bijvoorbeeld (vaar)wegen aan te leggen. Zonder de provincie ontbreekt er dus een belangrijke schakel. Ons werk is dus echt belangrijk en we dragen gezamenlijk een grote verantwoordelijkheid.’’