Deze website gebruikt cookies die nodig zijn om de website te laten functioneren. Daarnaast gebruiken we cookies die op anonieme wijze het gebruik van de website bijhouden. Onze cookies dienen nadrukkelijk niet om je te volgen of om je iets te verkopen.
Wegen naar de Toekomst
N211 en N470: onze provinciale wegen geven energie
Het wegennet van Nederland is een van de dichtst vertakte wegennetten ter wereld. De 550 kilometer provinciale wegen in Zuid-Holland zijn onmisbare schakels in dit wegennet. De provincie Zuid-Holland en haar uitvoeringsorganisatie Dienst Beheer Infrastructuur (DBI) werken elke dag aan een bereikbaar Zuid-Holland. Dit door OV-netwerken en fietspaden te optimaliseren én door beheer en onderhoud aan onze provinciale wegen en vaarwegen, inclusief oevers, bermen en kunstwerken (bruggen, sluizen en viaducten). Bij het beheer en onderhoud van (vaar)wegen is duurzaam veilig het uitgangspunt: zo veel mogelijk ongevallen voorkomen én gevolgen daarvan beperken. Daarnaast willen we de best bereikbare provincie van Nederland zijn.
Zou het niet mooi zijn wanneer de provinciale wegen die door Zuid-Holland lopen ook bijdragen aan een betere leefomgeving? Wanneer niet alleen onze auto’s schoon worden, maar onze wegen de energie opwekken die nodig is voor de verlichting ’s nachts? Wanneer het asfalt zichzelf repareert? En de biobrandstof in de berm groeit? Bij de N470 en de N211 wordt gewerkt aan zo’n weg; een weg die energie geeft. We interviewen Kees Bergen, projectleider van het onderhoud aan de N211, over zijn project, Jiri Beijer, omgevingsmanager van de N470 en Sven Bruin, projectleider N470 vanuit Boskalis.
Van innovaties en duurzaamheid tot gepland onderhoud
Jiri: “Als provincie zijn we altijd op zoek naar innovaties om de infrastructuur duurzamer, efficiënter en effectiever te beheren en onderhouden. De N211 en de N470 zijn in 2015 gekozen als pilotprojecten voor gepland groot onderhoud, waarin nieuwe innovaties ten aanzien van duurzaamheid worden getest. Sinds de klimaattop in Parijs eind 2015 staan klimaatdoelen nog steeds hoog op de politieke agenda. In onze provincie is daarmee veel aandacht voor de rol die de provincie kan spelen in het halen van deze doelen. Het onderhoud van provinciale wegen is een kerntaak van de provincie en biedt veel mogelijkheden tot verduurzaming.”
Gepland groot onderhoud is een totale reconstructie van de weg. Dit wordt gedaan wanneer de weg aan het einde is van de levensduur, wanneer bijvoorbeeld het asfalt en damwanden slechter zijn geworden. Bij het groot onderhoud bekijken we ook direct of er maatregelen mogelijk zijn die de verkeersveiligheid en de doorstroming kunnen verbeteren.
“De N211 en N470 zijn gekozen, omdat deze wegen enorm verschillend zijn. Bij de N211 (tussen Den Haag en Poeldijk) moest de hele fundering worden vervangen en ging het onderhoud dus de diepte in, de N470 (tussen Delft en Zoetermeer) krijgt alleen een nieuwe asfaltlaag, maar langs de weg was veel ruimte voor verbeteringen. De wegen worden tijdens gepland onderhoud zo ingericht en geïnnoveerd dat zij energie gaan opwekken. De energie die nodig is voor verlichting wordt zo veel mogelijk door de weg zelf opgewekt. Slimme materialen zorgen ervoor dat de weg langer mee gaat en de onderhoudskosten verminderen.”
N211 geeft energie
Kees: “Dit is best een bijzonder project voor mij. Ik werk al sinds de jaren ’70 voor de provincie en vind het leuk om te zien hoe wegonderhoud steeds meer samen met de omgeving wordt gedaan. Toen ik bij de provincie kwam werken dachten we vanuit techniek, waarbij technische oplossingen leidend waren in de plannen die we maakten voor de weg. Daarna gingen we aan de buitenwereld vertellen waarom het zo belangrijk was wat we gingen aanbrengen tijdens het onderhoud. Tegenwoordig halen we eerst op wat de buitenwereld belangrijk vindt en gebruiken dán onze specialistische kennis om die wensen te vertalen in onze projecten.”
Het partnerschap met BAM, Sweco en de gemeente Westland is een mooi voorbeeld, we stonden niet als contractuele partijen tegenover elkaar en hebben het sámen gedaan.”
“Ook werd er echt wel wat gevraagd van aannemer BAM die het project uitvoert. We hebben in 2017 een uitvraag gedaan in de markt naar een aannemer die het onderhoud aan de N211 CO2-neutraal wilde uitvoeren en de onderhoudsperiode van 12 jaar voor zijn rekening wilde nemen. Er zijn 22 innovaties uitgevoerd langs de weg, je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het Solarpath (zonnepanelen in fietspad) en een hydrozinegenerator (CO2-neutrale brandstof). Deze innovaties moesten dus niet alleen worden gerealiseerd, maar ook 12 jaar lang werkend gehouden worden. Op dit moment draag ik als projectleider de verantwoordelijkheid voor het project over aan mijn collega’s van beheer. In de komende 10 jaar gaan zij intensief samenwerken met de BAM, om zo meer ervaring op te doen over het onderhoud aan de innovaties op de N211, zodat kennis en expertise wordt opgedaan die wij zelf niet altijd als provincie in huis hebben”, sluit Kees af.
De N211 in het kort:
- Samen met: bouwbedrijf BAM Infra, ingenieursadviesbureau Sweco en gemeente Westland
- Het groot onderhoud van de N211 stoot 4.000 ton CO2 uit, terwijl 14.000 ton CO2 bespaard en gecompenseerd wordt met maatregelen in en rond de weg
- 22 innovaties
- Samenwerking met 14 innovatieve bedrijven
- Samenwerking met de wetenschap om innovaties te testen
- Bereikt in: 2014-2018
N470 geeft energie
De N470 is de eerste weg die over de volledige lengte van 17 kilometer CO2-negatief wordt vernieuwd. Dat betekent dat er door alle innovaties in de weg meer CO2 wordt bespaard en gecompenseerd, dan dat er bij de werkzaamheden is uitgestoten.
Jiri: “Het eerste jaar van dit project zijn we veel bezig geweest met vragen als: hoeveel risico’s kunnen en willen we nemen – accepteer je dat er gaten in de weg vallen door een hele mooie, duurzame innovatie? En wanneer is een innovatie succesvol en wanneer niet? Wie beoordeelt of een innovatie goed genoeg is om breder uit te rollen in de provincie? Innovaties zijn vaak tegenstrijdig met andere vakgebieden, vooral met de verkeersveiligheid. Bijvoorbeeld lichtgevende belijning laten opladen door duurzame bronnen is een mooi idee, maar de belijning mag nooit uitvallen want dan heb je geen belijning meer en dat kan echt niet. Daar zit dus een spanningsveld: je wilt eigenlijk een oplossing die 100% zeker werkt en dat is met een innovatie nooit zo, die gaan we nu juist testen. Innovaties die nadelig zijn voor de verkeersveiligheid zetten we natuurlijk niet in langs de N470. Maar er zijn wel veel discussies gevoerd over innovaties en hun mogelijke gevolgen, die je nu nog niet kan overzien.”
“Een voorbeeld van een succesvolle innovatie op de N470 is duurzamer asfalt. Asfaltproducenten durven niet echt risico’s te nemen in de ontwikkeling daarvan. Het is zo’n cruciaal onderdeel van de weg, daar mag niks mee misgaan. Wij hebben voor de N470 aangegeven: we accepteren een bepaald risico. Dit heeft de innovatie dusdanig gestimuleerd dat de producent ook echt nieuwe dingen is gaan ontwikkelen. Deze nieuwe asfaltsoorten worden natuurlijk eerst uitgebreid getest in een lab, maar wij gaven de garantie dat als het asfalt goed uit alle testen komt, wij het ook echt in de weg plaatsen. Zo deelden we het risico dat gepaard gaat met innoveren met marktpartijen.”
N470 geeft energie
“De asfaltlaag die op de N470 is geplaatst is rolweerstandverlagend. Dat houdt in dat over de hele weg een laag asfalt is aangebracht die harder is dan op andere wegen. Op moleculair niveau zakt je band altijd heel iets weg in asfalt en daarom moet je auto als je rijdt altijd net een heuveltje van het asfalt oprijden (niet zichtbaar voor het blote oog). Door het asfalt nog harder te maken gebeurt dat minder, waardoor je minder energie nodig hebt om over de weg te rijden en dus minder brandstof verbruikt en CO2 uitstoot. Verder heeft het asfalt precies dezelfde eigenschappen als ander asfalt en zijn er voor zover bekend geen nadelen.”
“Daarnaast hebben we onderzoek gedaan naar wat tijdens het onderhoud van de weg de meeste CO2 uitstoot. Het blijkt het maaien van de berm te zijn: die machines zijn gewoon heel vervuilend. We willen dus voorkomen dat we vaak moet maaien, maar je kan het gras in de berm niet te hoog laten groeien. Als weggebruiker moet je kunnen zien dat je veilig de berm in kan rijden en moet je zicht hebben op wegmarkeringen en hectometerpaaltjes. Daarom hebben we naar de toepassing van sedum gekeken, een vetkruid dat ook veel op daken wordt gebruikt. Dat houdt de berm groen, maar groeit niet de hoogte in. En dan zou je in theorie niet hoeven maaien. Maar het blijft een innovatie en het kan blijken dat het sedum alles in de berm overneemt of zich hecht aan het asfalt. Dat willen we ook niet, want dan moeten we het asfalt af gaan schrapen. Het is dus even afwachten hoe dit zich ontwikkelt. Maar we weten, na onderzoek, behoorlijk zeker dat dit gaat lukken.”
Luister de Podcast N470 geeft energie en leer alles over de duurzaamste weg van Nederland! Reis langs de weg, de innovaties en de omgeving:
Samenwerking met Boskalis voor de N470
Sven werkt al 30 jaar als projectleider in de infrastructuur en is vanuit Boskalis betrokken bij het onderhoud aan de N470. ‘’Het uitdagende aan dit project zijn de innovaties. Dit wordt, op deze schaal, maar heel weinig gedaan in Nederland. Daarom wilde ik graag aansluiten. Ik vind dat we het heel goed doen met elkaar. We zetten een mooi project neer, dat iets later klaar is dan gepland. Innovaties toepassen betekent dat je niet meer zo strak kunt plannen, omdat er nieuwe dingen in zitten waarvan je vooraf niet kunt voorspellen hoe het gaat werken.’’
Sven: “In de samenwerking met de provincie Zuid-Holland zie ik voordelen en nadelen. De clichés over een overheid zijn ten dele waar. Een ontwerp moet bijvoorbeeld langs 12 specialisten, want die weet alles over verkeersregelinstallaties (VRI’s), maar de ander weer over hectometerpaaltjes. Zo kan het proces wat lang duren en kun je best eens verdwaald raken in de bureaucratie met al haar loketten. Maar de technische expertise die de provincie in huis heeft, dat heeft ook zeker voordelen. Het zorgt dat er goede beslissingen op tijd worden genomen. Met iemand met inhoudelijke kennis kan ik sparren en daar komt sneller een betere oplossing uit. Het werk verloopt daardoor vloeiender.”
Werken aan de toekomst
En hoe ziet de toekomst er dan uit voor beide wegen? Jiri: “De laatste restpunten aan de N470 worden dit jaar gerealiseerd, vervolgens worden de toegepaste innovaties geëvalueerd. Zodra de toegepaste innovaties effectief zijn, worden ze opgenomen in ons handboek. Daar waar mogelijk worden ze dan in en langs andere wegen ook toegepast. Daarnaast zitten we uiteraard niet stil, langs de N470 is het de bedoeling dat er met enige regelmaat nieuwe innovaties worden toegepast.’’
Kees: “Voor de N211 is onlangs de eerste monitoringsrapportage geleverd. Dat betekent dat we inzicht hebben in de prestaties van de innovaties in het eerste jaar na aanleg. De resultaten zijn hoopgevend. Op basis hiervan gaan we keuzes maken welke innovaties in toekomstige projecten kunnen worden toegepast. Hiervoor wordt nu nagedacht over een strategie voor verduurzaming van de infrastructuur. We kunnen namelijk niet alles en het moet uiteraard wel passen in de bedrijfsvoering.’’