De rol van de provincie bij de nazorg van stortplaatsen

Van stortplaats naar recreatiegebied

Wist jij dat we in totaal 11 stortplaatsen hebben in de provincie Zuid-Holland? De provincie is bevoegd gezag voor een groot aantal bodemtaken. Hieronder valt ook de verantwoordelijkheid voor de nazorg van afval- en baggerstortplaatsen die vallen onder de wet Milieubeheer. Om de nadelige gevolgen hiervan op de omgeving te minimaliseren, voert de provincie op deze locaties nazorg uit. IJsbrand de Haan en Roya Surie werken binnen het team nazorg en houden zich bezig met de nazorg van die verschillende stortplaatsen. In dit artikel vertellen zij over wat het werk inhoudt, hoe hun rol eruitziet en over de interessante projecten waar zij mee bezig zijn.

Waarom voert de provincie de nazorg uit?

Stortplaatsen worden beheerd door een stortplaatsexploitant die geld rekent voor het storten van afval op de stortplaats. Zodra de stortplaats vol gestort is, wordt deze met een bovenafdichting afgedekt en overgedragen aan de provincie. Dan vraag je je misschien af: ‘waarom vallen stortplaatsen onder de provincie?’. IJsbrand geeft daar antwoord op: “De provincie heeft de taak om te zorgen dat er geen nadelige effecten, zoals vervuiling van het milieu, ontstaan door de stortplaatsen. Volgens de wet dienen gesloten stortplaatsen geen of zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu te hebben en moet de nazorg langdurig gewaarborgd zijn door de verantwoordelijkheid over te dragen aan de provincie. Vanuit de stortplaatsexploitant, wordt geld overgedragen naar de provincie om de nazorg van de stortplaats te kunnen uitvoeren. Dat geld heeft de stortplaatsexploitant jarenlang opzij gezet om de overdracht en de nazorg te kunnen bekostigen. De nazorgkosten berekent de provincie aan de hand van een nazorgplan dat de stortplaatsexploitant heeft opgesteld. Dit bedrag moet voldoende zijn om eeuwigdurend de nazorg te kunnen uitvoeren. Daarnaast blijft de provincie verantwoordelijk voor het onderhoud en de veiligheid van de stortplaats.”

Stortplaats Merwedehaven in Dordrecht

Een mooi voorbeeld van een recent project waaraan IJsbrand en Roya werken, is de stortplaats bij de derde Merwedehaven in Dordrecht. Deze stortplaats ligt tegen de Biesbosch aan en is pasgeleden helemaal volgestort, waarna het recent is afgedekt. IJsbrand vertelt: “De afdichting van zo’n stortplaats wordt met speciale waterdichte folie gedaan die heel lang mee gaat. Wij kijken dan vanuit het kader van de nazorg of de exploitant van de stortplaats de folie goed heeft laten plaatsen. We moeten er zeker van zijn dat die folie goed is aangelegd en waterdicht is, zodat er geen verontreiniging uit de stort kan stromen. Het is intensief werk en er gaat veel tijd in zitten. Bij de stortplaats derde Merwedehaven heeft de aanleg van de bovenafdichting twee jaar geduurd, want het heeft een groot oppervlak en dat vraagt om veel kwaliteitscontroles. Daarbij komt ook dat het een best complexe locatie is, omdat er veel pompen staan. Die pompen gaan wij in het kader van de nazorg overnemen. Op de locatie ontstaat ook stortgas, dat moet worden afgevoerd en worden afgefakkeld. De provincie neemt die fakkelinstallatie over. We moeten dan wel alle technische gegevens van die pompen en fakkel hebben, weten hoe lang deze nog mee gaat en hoeveel het per jaar kost. We zijn er momenteel mee bezig om die kennis en gegevens te verzamelen bij de exploitant, zodat wij goed kunnen berekenen hoeveel miljoen de nazorg gaat kosten.”

Roya vertelt: “Bij zo’n overname heb je altijd te maken met verschillende belangen van diverse actoren. Ons belang is om ervoor te zorgen dat milieuschade wordt voorkomen en dat we als provincie een gezonde en veilige omgeving creëren voor de burgers en het milieu, terwijl bij exploitanten bedrijfsbelangen zwaarder kunnen wegen. Dan ontstaat er wat frictie. In dit proces speelt ook tijdsdruk een rol. De planningen voor de overname van een stortplaats zijn erg strak vanwege allerlei factoren en wij moeten beoordelen of de planningen haalbaar zijn vanwege de te doorlopen wettelijke procedures. Daar zitten soms best wat spanningsvelden.”

Stortplaats verandert in recreatiegebied

IJsbrand gaat verder: “De gemeente Dordrecht heeft plannen om op de stortplaats bij de Merwedehaven een recreatiegebied te realiseren. Dat is mogelijk, want stortplaatsen worden wel vaker verbouwd tot recreatieterrein, maar we moeten daarbij ook kijken welke impact dit heeft op de nazorgvoorzieningen en hoe veel geld dit gaat kosten. Ook moeten we goed uitzoeken wat de risico’s zijn en hoe we deze risico’s gaan financieren. Als er bijvoorbeeld een put op de stortplaats staat met vuil water erin, dan moet je deze wel met een slot afsluiten op het moment dat het openbaar terrein wordt. Als je dat vergeet, kan dat nare gevolgen hebben met alle risico’s van dien. Mensen gaan uiteindelijk recreëren op een voormalig vuilstortplaats en je wilt niet dat hun gezondheid of veiligheid in gevaar komt. Als wij ons werk goed doen, blijven de risico’s minimaal.”

Roya vult aan: “Er moet ook worden gezorgd voor goede afstemming met de gemeente die het groenbeheer van die voormalige stortplaats doet. Verschillende partijen komen werkzaamheden verrichten op die locatie om het recreatiegebied te onderhouden, zoals het maaien van gras, het herplanten van bomen of het aanleggen van paden. Dat kan grote invloed hebben op zo’n stortplaats. Je kan er niet zomaar iets bouwen of veranderen. Er moet eerst toestemming gevraagd worden bij de provincie. Gelukkig gaat dat altijd wel goed. In het verleden is al eerder op een stortplaats een recreatiegebied gerealiseerd. Het Hoge Bergse Bos in Bergschenhoek is hier een voorbeeld van. De vier heuvels in het Hoge Bergse Bos zijn ontstaan door de berging van sloop- en bouwafval. Op één van de heuvels is een kunstskibaan aangelegd. Op de andere een golfbaan en er is een mountainbikeparcours in het gebied. Het is dus best bijzonder dat je daar eigenlijk op afval rondloopt en activiteiten kan ondernemen. Zo gebruik je een voormalig stortplaats op een andere, maar veilige manier.”

Als we als provincie niets zouden doen, dan zou het de bodem letterlijk een rotzooitje worden. Een stortplaats kun je niet zomaar in een landschap neerzetten en hopen dat het goed gaat."

Juridische taken én met de voeten in de klei

Terwijl IJsbrand soms echt met zijn voeten in de klei staat op een stortplaats, is Roya bezig met de juridische aspecten er omheen. Roya: “Bij zo’n opgave als de Merwedehaven of het Hoge Bergse Bos bekijk ik het project vooral vanuit een juridische hoek, terwijl bij sommige projecten ook politiek bestuurlijke verhoudingen een rol spelen. Binnen het team nazorg adviseer en begeleid ik bij ontheffingsprocedures en beschikkingen en doe ik procesbegeleiding bij de bezwarencommissie als partijen bezwaar maken. Ook controleer ik de contracten die we hebben met bijvoorbeeld stortplaatsexploitanten of gemeenten.”

IJsbrand vult aan: “Ik kom daadwerkelijk op de stortlocaties en zie ook naarmate de tijd verstrekt hoe die verandert in bijvoorbeeld een recreatiegebied. Mijn rol zit hem vooral in het schrijven van brieven en beleid, het onderzoeken van de mogelijke risico’s, overleggen met actoren als vergunningsverleners, gemeenten, waterschappen en stortplaatsexploitanten. Ik moet er ook voor zorgen dat stortplaatsen netjes aan de provincie worden overgedragen, zonder dat er risico’s zijn voor het milieu of de mens. Als je te snel gaat, zie je dingen over het hoofd. Zorgvuldigheid is bij ons belangrijk en dat kost tijd. Je hebt de verantwoordelijkheid je werk goed te doen en dat maakt het voor mij leuk en spannend.”

Wat als we geen nazorg zouden uitvoeren?

Als we geen nazorg zouden uitvoeren, kan dat ernstige gevolgen hebben voor het milieu en de gezondheid. IJsbrand geeft aan: “Als we als provincie niets zouden doen, dan zou de bodem letterlijk een rotzooitje worden. Een stortplaats kun je niet zomaar in een landschap neerzetten en hopen dat het goed gaat. Er moet een partij zijn die toezicht houdt en ervoor zorgt dat er geen risico’s op het milieu ontstaan, zoals bodemvervuiling van de omgeving, negatieve gevolgen voor de gezondheid van omwonenden of dat het een onveilig gebied wordt.” Roya vult aan: “De provincie als bevoegd orgaan heeft een inspanningsverplichting en is verantwoordelijk voor een gezonde en veilige leefomgeving voor haar burgers en het milieu. Het is ook daarom dat de nazorg die we hebben eeuwigdurend is.”

Planning van 100 jaar

Toch is er bij de nazorg niet altijd sprake van tijdsdruk. Soms kunnen IJsbrand en Roya rustig aan de slag met een overname van een volle stortplaats. IJsbrand vertelt: “We hebben 11 stortplaatsen, waarvan de één complexer is dan de ander. Ze verschillen ook qua grootte. Een mooi voorbeeld van een hele grote stortplaats is De Slufter. Dit is een groot baggerdepot in het zuidwestelijke deel van de Rotterdamse Maasvlakte. Het is ongeveer 200 hectaren groot. Momenteel hoeven we daar niet zo veel mee, want het grappige aan ons werk is dat we soms een grote tijdspanne hebben voor we in actie moeten komen, in het geval van De Slufter is dit ongeveer 100 jaar. Maar we moeten hier wel alvast op inspelen omdat er voor alle stortplaatsen actuele nazorgplannen moeten zijn, ook voor de nog open stortplaatsen. We krijgen steeds meer ervaring met stortplaatsen. De kennis en ervaring die we hebben opgedaan, ook via andere provincies, nemen we mee naar nieuwe stortplaatsen die we in bezit krijgen. Zo kunnen we alle kennis die we al hebben en de komende jaren nog gaan opdoen meenemen voor de toekomstige sluiting van De Slufter.”

Slim ruimtegebruik

Ook wordt bedacht hoe maatschappelijke transities en provinciale opgaven betrokken kunnen worden bij de nazorg van stortplaatsen. Er worden regelmatig creatieve ideeën bedacht om efficiënt gebruik te maken van de ruimte op een stortplaats. Roya: “Er wordt geprobeerd om slim gebruik te maken van de ruimte die een stortplaats biedt. Zo is er een tijd geleden een zonnepark op een stortplaats aangelegd. Stortplaatsen zijn zeer geschikt voor meervoudig ruimtegebruik.” IJsbrand geeft aan: “Daarbij moeten we er wel op letten dat stellages van de zonneparken die worden aangelegd niet door de beschermfolie gaan die over de stortplaats is gelegd. In het kader van de nazorg is dat een extra controle en risico die je hebt. We nemen dan altijd extra voorzorgsmaatregelen om het mogelijk te maken dat die zonnepanelen worden aangelegd. Het is mooi dat we daarmee andere transities in ons werk kunnen betrekken.” Roya eindigt: “Sowieso is het bijzonder dat er op een stortplaats zo veel verschillende initiatieven tot stand kunnen komen: een recreatiegebied, een golfbaan, een zonnepark. Het is mooi dat we op die manier effectief en efficiënt gebruik maken van de ruimte die we hebben. In Zuid-Holland hebben we gebrek aan ruimte met 3,6 miljoen mensen die recreëren, wonen en werken. We moeten alle ruimte die we hebben goed verdelen en goede keuzes daarin maken. Daar zit voor ons de uitdaging.”

Lees ook de persoonlijke verhalen van Roya en IJsbrand: