Deze website gebruikt cookies die nodig zijn om de website te laten functioneren. Daarnaast gebruiken we cookies die op anonieme wijze het gebruik van de website bijhouden. Onze cookies dienen nadrukkelijk niet om je te volgen of om je iets te verkopen.
Een gezonde en sterke economie in Zuid-Holland
Van werklocaties tot aan digitale transformaties
Zuid-Holland is één van de meest innovatieve regio’s in Nederland. Desondanks blijft vernieuwing nodig om die positie vast te houden en te versterken. De provincie Zuid-Holland heeft als taak om de transitie van de economie versnellen, maar op een zodanige wijze dat de economie en de samenleving inclusief zijn en kansen biedt aan alle burgers, bedrijven en gebieden. Daarbij staat een goed vestigingsklimaat in Zuid-Holland centraal. Tjeu Paffen en Tayra Algera werken allebei voor domein Economie aan dit doel, maar ieder aan een andere opgave. Tjeu is senior adviseur economie en richt zich vooral op het detailhandelbeleid in Zuid-Holland. Tayra is beleidsmedewerker digitale economie en helpt onder andere om de bewoners, instellingen en ondernemers in Zuid-Holland mee te laten komen in de transitie van digitalisering. In dit artikel vertellen zij over de opgaven waar zij aan werken, de uitdagingen waar ze voor staan en over wat hen drijft om voor de provincie aan economische opgaven te werken.
In actie voor detailhandel, leegstand en transformatie
In 2020 is Tjeu gestart bij de provincie als senior adviseur economie. Het is zijn taak om de buitenwereld van de detailhandel en ondernemers te verbinden aan de binnenwereld van de provincie. Tjeu vertelt: “Ik ben werkzaam in team Werklocaties. Wij focussen ons op werklocaties als kantoren, winkels en bedrijventerreinen. Ik ben verantwoordelijk voor het dossier detailhandel. Als provincie hebben we een hoop regels op het gebied van detailhandel, bijvoorbeeld over welke winkels zich op welke locatie mogen vestigen. Dit heeft met het ruimtelijke beleid dat wij hebben te maken. We willen bijvoorbeeld dat de juiste winkel op de juiste plek staat.
Daarnaast is er ook een flankerend beleid waar ik mee bezig ben. Dat gaat over de aanpak van winkelgebieden. We kijken bijvoorbeeld naar hoe we omgaan met de leegstand van winkelpanden en naar de belangen die er spelen, maar ook naar de transformatie van dit soort panden. We gaan in gesprek met gemeenten om te kijken hoe zij de leegstand aanpakken en proberen die kennis dan weer over te brengen naar andere gemeenten. We hebben subsidieregelingen en daardoor kunnen we experts inschakelen of transformatiemakelaars betrekken die ons helpen met het omgaan met leegstand. Met subsidies kunnen we ook haalbaarheidsonderzoeken uitvoeren voor de uitbreiding van een winkelgebied.”
En dat is niet het enige waar Tjeu mee bezig is. Hij organiseert ook regelmatig kennissessies over de aanpak van winkelgebieden. Hij geeft aan: “Ik heb twee platforms opgezet. Eén platform is voor centrummanagers die al heel concreet binnen het centrumgebied van de binnensteden bezig zijn met leegstand en transformatie. Dit platform bestaat uit ongeveer 26 personen die vier keer per jaar bij elkaar komen om kennis te delen, gezamenlijke uitdagingen te bespreken en om van elkaar te leren. Soms ga je dan ook naar een stadcentrum toe. Laatst was ik bijvoorbeeld in Spijkenisse. Daar was in het verleden namelijk spraken van een grote leegstand in het centrum. Spijkenisse was daarom een mooi voorbeeld van hoe je een transformatie van het winkelgebied in gang kan zetten. Daar trekken we lessen uit waar we in de rest van Zuid-Holland ook iets aan hebben.”
Strakker kantoorbeleid formuleren
Naast de detailhandel, is Tjeu ook bezig met het kantorenbeleid. Een totaal andere wereld dan de detailhandel, zoals hij zelf aangeeft. Waar er in de detailhandel duidelijke regels zijn over waar winkels zich mogen vestigen en waar niet, is dat voor kantoren juist niet het geval. Tjeu: “Er is momenteel wel een verdeling van waar kantoren zich mogen vestigen, bijvoorbeeld in Rotterdam of Den Haag. Je mag niet boven de maximaal aangegeven vierkante meters uitkomen. Bij de meest gewilde locaties, zoals het Innovation District in Den Haag, is bijna geen leegstand meer. Veel ondernemers zouden zich daar wel willen vestigen, maar dat gaat niet meer. Zij zouden dan moeten uitwijken naar kantoren die minder makkelijk te bereiken zijn.”
Inmiddels wordt er wel actie ondernomen om regels te vormen binnen het kantoorbeleid. Tjeu vervolgt: “We hebben Cushman&Wakegield opdracht gegeven om te onderzoeken welke behoefte er aan kantorenlocaties is voor de komende 10 tot 15 jaar. Dat houdt in dat er wordt gekeken naar wat de stand van zaken is rondom kantoren. Hoe zit het met de leegstand? Wat is de toekomstige behoefte? Wat is de kwaliteit van de gebouwen? Op basis van deze behoefteraming gaan we samen met externe partijen in gesprek om te kijken of zij dat beeld herkennen. Ook met onze eigen Provinciale Staten en de Gedeputeerde Staten wordt hierover gesproken. Uiteindelijk komen er aanbevelingen uit waar we dan mee aan de slag kunnen. Dat is voor nu nog toekomstmuziek, maar wel iets waar ik mij de komende tijd mee bezig ga houden.”
De vier sporen binnen de digitale economie
Het werk van Tjeu is niet de enige focus binnen Economie. Tayra houdt zich namelijk met een andere tak binnen het domein bezig, namelijk de digitale economie. Zij vertelt: “Ons team heeft een programma, Digitale Economie, waar we aan werken. We willen ervoor zorgen dat er duidelijke digitale randvoorwaarden zijn, zodat alle bedrijven en bewoners van Zuid-Holland goed kunnen meekomen in de digitalisering. De focus ligt voor ons momenteel op vier verschillende sporen, namelijk:
- Digitale connectiviteit, daarbij kan je denken aan dat we ervoor zorgen dat alle inwoners van Zuid-Holland goed en snel internet hebben, toegang hebben tot 5G en tot een glasvezelnetwerk. Als provincie helpen wij gemeenten met het opstellen van beleid rondom bijvoorbeeld 5G. Wij sporen gemeenten aan om daar beleid op te maken, zodat zij zelf kunnen bepalen waar de antennes voor 5G verbinding geplaatst kunnen worden. Ook adviesbureaus en het samenwerkingsverband van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag sluiten bij zo’n project aan, omdat je elkaar nodig hebt om dit in gang te zetten.
- Cybersecurity, hierbij sporen wij bedrijven aan om hier iets mee te doen. We doen veel voor het midden klein bedrijf (mkb). Deze bedrijven proberen we bewust te maken van het feit dat ze cyberweerbaar moeten zijn en dat ze gehackt kunnen worden. Het bewust maken doen we bijvoorbeeld met behulp van een cybersecurity centra. Als provincie zoeken wij de partners op die een bijdrage kunnen leveren, zoals The Hague Security Delta.
- Mensgerichte transitie, waarbij de focus ligt op hoe we mensen meekrijgen in de transitie van digitalisering. We richten ons dan met name op bewoners en ondernemers van Zuid-Holland die nu nog niet mee kunnen.
- Digitale innovatie is het vierde en laatste spoor. Zuid-Holland zijn de meest innovatieve regio van Nederland, maar zo worden we niet altijd gezien. Als je aan innovatie denkt, denk je vaak aan de Brainport in Eindhoven, maar wij zijn bijvoorbeeld leading in Kwantum en hebben drie grote universiteiten gevestigd in de provincie. Omdat we zo innovatief zijn als regio, hebben we een goed draaiende economie en een prettig vestigingsklimaat. Dat willen we ook blijven uitstralen en die toppositie willen we uiteraard ook behouden.
Tayra vervolgt: “Als provincie zijn we aanjager van die vier sporen. We verbinden partijen aan elkaar en werken met hen samen om die vier sporen te bewerkstelligen. We proberen het voor al die partijen ook aantrekkelijker te maken om mee te komen door bijvoorbeeld subsidie te verlenen.”
Vastbijten in nieuwe plannen
Het programma Digitale Economie loopt dit jaar af. Op 15 maart 2023 vonden de provinciale verkiezingen plaats en dat betekent dat er weer nieuwe plannen gemaakt gaan worden voor de komende vier jaar. Daarom is Tayra bezig met een nieuw programmaplan. Tayra zegt: “Dat is heel leuk om te doen! Ik werk nu 2,5 jaar bij Economie en weet inmiddels wel hoe de hazen lopen. De afgelopen jaren heb ik zowel intern als extern zo veel input opgehaald, dus het is uitdagend om dit toe te passen in de plannen die we gaan opstellen voor de komende vier jaar. Ik ben daarbij aan het kijken naar hoe we de volgende periode willen inrichten. Ik houd mij bezig met vragen als: ‘wat zijn belangrijke onderwerpen? Waar moeten we op letten? Wat heeft ons in het verleden veel energie gekost en wat levert ons juist energie op? Hoe gaan we de komende periode zo goed mogelijk inrichten zodat we een helder programma hebben? Waar houden we rekening mee?’ Het zijn allemaal elementen die ik meeneem tijdens het opstellen van een nieuw programma. Ik vind het uitdagend om stil te staan bij dit stukje strategie en om het verder uit te denken.”
De rol van de provincie bij economische thema’s
Als provincie zijn wij dus niet zozeer uitvoerend in alle opgaven die rondom economie liggen. Tjeu vertelt: “De rol van de provincie is die van verbinder en facilitator. We zijn het midden bestuur en moeten daarom ook niet op de stoel van de gemeente of ondernemer gaan zitten. Soms moet ik daar wel in schakelen. Mijn vorige baan was bij de Kamer van Koophandel en daar zat ik letterlijk op de stoel van de ondernemer. Bij de provincie zit je wat meer op afstand, maar dat is vanuit onze rol ook belangrijk. Wij verbinden alle partijen als gemeentes, het Rijk, onderzoeksbureaus en vertegenwoordigers van ondernemers aan elkaar. We pakken de netwerkende rol en zijn ook veel op pad in het werkveld om gesprekken te voeren met al die partijen. De uitvoering ligt uiteindelijk bij hen, maar wij proberen het hen zo gemakkelijk mogelijk te maken.”
Tayra vult aan: “Dat maakt het werk soms ook wel wat ingewikkeld. Doordat je zo veel schakelt met partners en externe partijen, ben je daar ook afhankelijk van. Als je bijvoorbeeld beleid maakt voor ondernemers dan kom je niet zo makkelijk in gesprek met hen. Daarin ben je afhankelijk van tussenorganisaties. Soms duurt het dan een tijdje voor je reactie hebt. Waar je zelf wil doorpakken, kan dat niet altijd omdat er vanuit de andere kant wacht op een reactie. Het is iets waar je ook altijd rekening mee moet houden in je projectplanning.”
Op je plek bij domein Economie als netwerker en verbinder
Tayra en Tjeu hebben het allebei erg naar hun zin bij de provincie. Binnen domein Economie liggen veel kansen om breed aan de slag te gaan en om veel verschillende dingen te doen. Tjeu geeft aan: “Je zit bij de provincie in het midden bestuur, dus je hebt de kans om breder te kijken dan de grenzen van de gemeente. Je kunt daardoor ook meer invloed uitoefenen op de ontwikkelingen die gaande zijn. Daarbij kun je binnen team Economie zeer breed aan de slag. Zo ben ik niet alleen adviseur voor de detailhandel, maar ben ik sinds december 2022 ook accounthouder voor de Rotterdamse regio. Dat houdt in dat ik de contactpersoon ben voor de regio naar de provincie toe op het gebied van economie, innovatie, verduurzaming en energietransitie. Eigenlijk voor alles wat binnen het domein Samenleving en Economie valt. Er is binnen het domein veel ruimte om diverse taken en werkzaamheden op te pakken. Er zijn dus genoeg kansen om nieuwe dingen te proberen en om jezelf te ontwikkelen.”
Ook Tayra beaamt dat toekomstige collega’s goed terecht zullen komen binnen team Economie. Ze vertelt: “Het werk wat wij doen is erg dynamisch en zeer actiegericht. Het is een leuke en hechte club waar je in terecht komt en waar je met open armen wordt ontvangen. Daarbij werken we veelal extern gericht, waardoor je niet alleen maar achter je bureau zit op het provinciehuis of vanuit je thuiswerkkantoor. Je gaat daadwerkelijk op pad om met partners of andere overheidsinstellingen in gesprek te gaan. Die netwerkende rol is bij ons wel belangrijk, dat moet je wel leuk vinden. Als dat het geval is, dan zit je bij ons team zeker op je plek!”